Inleiding

Inleiding

Voor u ligt de Voorjaarsnota 2025. In de voorjaarsnota is het budgettaire kader voor de begrotingsvoorbereiding opgenomen, worden een aantal financiële opgaven en knelpunten geschetst en is de prognose van het lopende jaar opgenomen. Daarnaast gaat deze voorjaarsnota in op de ontwikkelingen van het gemeentefonds en de trendcompensatie voor de gestegen lonen en prijzen.

De voorjaarsnota dient als vertrekpunt voor de verdere begrotingsvoorbereiding. In de begrotingsvoorbereiding worden de financiële opgaven en mogelijke oplossingen afgewogen tegen het budgettaire kader. De voorjaarsnota laat zien dat de financiële knelpunten en opgaven het budgettair kader overstijgen. Dit betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden om tot een sluitende programmabegroting te komen. De uitkomst van de gemaakte keuzes zal landen in de programmabegroting 2026-2029 (inclusief de actualisatie van het lopende jaar 2025), die de raad in september 2025 ontvangt.

Met deze voorjaarsnota stelt de raad het budgettaire kader vast en neemt de raad kennis van de financiële opgaven en knelpunten en van de prognose van 2025.

Gewijzigde voorjaarsnota
Dit jaar is zowel het proces als de inhoud van de voorjaarsnota anders dan in voorgaande jaren zoals in de commissiebrieven ‘Begrotingsvoorbereiding’ en ‘Herziening tussentijdse rapportages’ is toegelicht (RIS321554 en RIS320524).

  1. De voorjaarsnota is verrijkt met een beschrijving van een aantal grote op dit moment bekende financiële opgaven en knelpunten.  

Het schetsen van deze opgaven en knelpunten is bedoeld om het budgettair kader in perspectief te plaatsen en de raad mee te nemen in de uitdagingen die het college voor de aankomende programmabegroting ziet. Hierbij wordt een indicatie van de bijbehorende financiële opgaven en knelpunten gegeven. Dit is echter nog niet doorvertaald naar concrete voorstellen voor de programmabegroting. Op deze wijze kan een open gesprek gevoerd worden over de richting van de programmabegroting. 

  1. De voorjaarsnota is aangeboden als een raadsvoorstel, in plaats van een raadsmededeling.

Hiermee wordt het budgettair kader door de raad vastgesteld. Ook ontstaat hiermee een natuurlijk moment waarop de raad mede richting kan geven aan het voorstel voor de volgende programmabegroting. De voorjaarsnota én de aanvullende input vanuit de raadsbehandeling worden vervolgens door het college meegenomen in de brede, integrale afwegingen bij het opstellen van de programmabegroting. Deze wordt, net als in de huidige situatie, na het zomerreces aan de raad aangeboden.

  1. De viermaands rapportage is ondergebracht in de voorjaarsnota.

De voorjaarsnota is verrijkt met de prognose van het lopende jaar.

In het kader van het budgetrecht vindt het college het van belang dat de gemeenteraad de voorjaarsnota vaststelt, zodat zij op voorhand, indien gewenst, input mee kan geven voor de programmabegroting die het college aan de raad voorlegt. Om de input die bij de raadsbehandeling wordt meegegeven op een ordentelijke wijze in te passen in de begrotingsvoorbereiding, is de voorjaarsnota dit jaar eerder aan de raad aangeboden dan gebruikelijk. Hierdoor is de meicirculaire nog niet meegenomen. De meicirculaire is namelijk nog niet gepubliceerd. De meicirculaire is een document waarin het Rijk de financiële kaders en budgettaire ontwikkelingen voor gemeenten actualiseert. De voorjaarsnota van het Rijk is gebruikt om het budgettair kader op te stellen. De publicatie van de meicirculaire kan nog een effect hebben op het huidig budgettair kader. De verwachting is echter dat dit beperkt zal zijn.

Opbouw van de voorjaarsnota
In hoofdstuk 2 zijn financiële ontwikkelingen van het gemeentefonds toegelicht. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de financiële consequenties van de voorjaarsnota van het Rijk en mogelijke risico’s rondom het gemeentefonds.

In hoofdstuk 3 is het budgettaire beeld van de gemeente Den Haag weergeven. In dit hoofdstuk zijn de exogene ontwikkelingen in beeld gebracht die de omvang van de programmabegroting beïnvloeden, zonder dat de gemeente hier direct op kan sturen.

In hoofdstuk 4 zijn de financiële opgaven en knelpunten geschetst, waarmee het college zich in ieder geval geconfronteerd ziet in aanloop naar de programmabegroting. Op deze manier geven we context bij het budgettair kader. Het gaat hier om voorbeelden en het is daarmee dan ook geen uitputtende lijst van alle (financiële) vraagstukken die voorliggen. De uiteindelijke weging van alle opgaven en de besluitvorming over de inzet van het budgettair kader vindt tijdens de begrotingsbesluitvorming plaats.

In hoofdstuk 5 is de trend-voor-trend systematiek toegelicht. Uitgangspunt is dat de loon- en prijscompensatie die we van het Rijk krijgen doorverdeeld wordt naar de begrotingsprogramma's. Ook de overige inkomsten van de gemeente worden met dit percentage geïndexeerd.

Tenslotte is in hoofdstuk 6 de prognose voor het lopende jaar (2025) gegeven op basis van de realisatie van de eerste 4 maanden (voorheen 4-maandsrapportage). Op programmaniveau worden afwijkingen van € 2,5 mln. en groter weergegeven en toegelicht. Ook worden afwijkingen van € 2,5 mln. of groter op investeringen van een toelichting voorzien.

Volgend jaar ontvangt u vanwege de gemeenteraadsverkiezingen net zoals in 2022 de Staat van Financiën. De Staat van Financiën zal inzicht bieden in de financiële positie van Den Haag en de relevante financiële ontwikkelingen.

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2025 09:22:02 met de export van 05/21/2025 14:53:51